Kunming - Hanoi

09-01-2012 11:35

De laatste dagen in Kunming verliepen nog wat in mineur. Het jeugdhotel had een beloning gekregen voor de properheid wat concreet betekent dat ze alles weggooien wat niet op zijn plaats staat. Ik vergat de brandstoffles en die bleek na een lange zoektocht onvindbaar. Alsook het dagboek wat een kleine ramp was.  Gelukkig kreeg ik dat laatste in extremis nog terug. De zoektocht naar een nieuwe brandstoffles verplichtte me een dag langer in Kunming te blijven en de manager weigerde terug te betalen. Toen ik dan echt kon vertrekken, bleek dat er nog dieven over de vloer waren geweest die het op het kompas, maar veel erger, de zonnebril hadden gemunt. Dit is de eerste keer dat er iets gestolen wordt en dan nog door toeristen. Hoogst tijd dus om te vertrekken.

Het was een stralende dag en Kunming uitrijden ging redelijk vlot. Al snel werden de zorgen vergeten en omhelsde ik opnieuw mijn normale leventje. In korte broek en zomerhemdje ging het richting het Fuxian meer. Een vlinder fladderde vrolijk om me heen en de mensen leken ook erg te genieten van het zomerweer. Ik zag weer wat emoties en de mensen leken een pak onbezorgder dan in de stad. Door een stevige tegenwind kon ik nog niet meteen de voordelen van de nieuwe, minimalistische opstelling merken. Ik nam een pak meer tijd voor fotografie en het zou ook niet in een rechte lijn naar Hanoi gaan. De nieuwe aanpak ligt me wel en heeft alleszins een positieve invloed op de beelden (coming soon).

Ik vond in de namiddag geen benzine meer om te koken en berustte dan ook op de mensen die avond. Na meermaals proberen zocht ik me een klein plaatsje uit naast een fabriek. Had ik dan nog altijd niet geleerd om onafhankelijk te zijn in dit land? Het zou geen zorgeloze nacht worden...

Plots begon het te regenen en ik gebruikte het grondzeil om me wat te beschermen. Gelukkig kon ik nog wat slapen en kwamen er geen ongewenste gasten over de "vloer".

De regen zou de toon slaan voor de hele dag. De nadelen van het minimalisme werden duidelijk zo zonder spatborden, regenbroek en overschoenen. Al snel begon het water via de benen de schoenen in te sijpelen en het was moeilijk om me warm te houden. Richting de grens waren er een 5-tal klimmen van ongeveer 10 km die een pak vlotter gingen dan vroeger. Op deze regendag kreeg ik een ongewenste afdaling van 20 km. Ongewenst want met de wind was het alsof ik een uurtje in de koelkast zat. Ik struikelde bijna op de grond toen ik van de fiets stapte bij een restaurantje, omdat ik mijn voeten niet meer voelde. Ik deed mijn kleren uit en kon terug wat opwarmen. Toch nog niet te vroeg victorie kraaien dus.

Gelukkig stopte het met regenen en dan ging het vlot tot Jianshui. Ik plande niet om er te blijven, maar dan zag ik een andere reiziger, Alesandro uit Milaan, en die wees me de weg naar een goedkoop hotel. Hij was op een 11 dagen vakantie en vertelde me dat hij in totaal een 3-tal weken per jaar vakantie kreeg. Voor mij ondenkbaar en ik ben er nu wel zeker van dat een carriere niets voor mij is. Zoals Thoreau het omschrijft in "Walden": "Why spending the best part of one's life earning money in order to enjoy a questionable liberty during the least valuable part of it?"

Jianshui bood nog wat culturele trekpleisters met "oude" gebouwen. Mijn ondertussen geoefend oog vertelde me dat het meeste herbouwd is. Doorrijden dus. Wel was er erg veel bekijks toen ik een pauze nam aan een poort en na een paar minuten de stenen niet meer kon zien door de muur van mensen die rond me stonden.

Richting Yuanyang was het eerst nog wat klimmen om dan in 40 km af te dalen tot een grote rivier die me naar de grens zou voeren. Yuanyang staat bekend om zijn grote rijstterrassen, maar daar zag ik niet veel van. Wel enkele zeer spectaculaire panorama's. Het eerste deel van de afdaling zat ik nog in een wolk en werd het zicht beperkt tot een 20-tal meter. Wat voorzichtig aan dus en de remmen moesten al snel aangespannen worden. In Yuanyang begon het opnieuw wat te regenen, maar ik vond geen goedkoop hotel en reed dan maar verder. Het stopte al snel en 's avonds vond ik erg vriendelijke mensen waarbij ik kon blijven slapen en zelfs douchen. Ook ging het nu tussen de bananenbomen en ananasstruiken. 

Het was dan nog zo'n 130 km tot Hekou, de laatste stad in China en eenmaal de wind ging liggen, kwam ik op kruissnelheid. Elk klimmetje werd een sprintje omhoog en ik geraakte nog over de grens. Aan beide zijden geen bagagecontrole en zo was ik in Vietnam! Ik wierp nog een laatste blik op de Chinese kant en zag een gedegradeerd appartementsgebouw. Na meer dan twee maand in China was het tijd om een nieuwe -en hopelijk betere- cultuur op te zoeken en ik keek er erg naar uit. In het eerste restaurantje kreeg ik een eenvoudige rijst-noedels maaltijd, maar het bleek meer dan $3 te zijn! Later kwam ik erachter dat ze aan de grens 70% comissie hadden gerekend. Dit zag ik niet aankomen, omdat ik in Kunming hoorde dat $1 gelijk was aan 10.000 dong, terwijl het meer dan 20.000 is... Ik zat er toch even mee in dat Vietnam een dure grap zou worden.

Het was al donker toen ik voor de eerste keer de Vietnamese gastvrijheid op proef stelde. Na wat wachten en aandringen kwam er iemand die Engels sprak en ik kon in zijn huisje blijven. Wel liet hij me niet vroeg gaan slapen wat na 140 km niet echt ideaal was.

Frank vertelde me dat het 260 platte km's waren tot Hanoi, maar dat bleek toch wat anders. Het bleken er uiteindelijk 350 te zijn waarvan het grootste deel door de prachtige heuvels van Noordwest Vietnam liep. Het verschil in welvaart en economie met China werd snel duidelijk. Geen grote autostrade, maar een simpele tweevaksbaan als hoofdbaan naar de hoofdstad. 

De mensen zijn simpelweg fantastisch. Van alle kanten hoor ik de kinderen roepen: "Hello, heelloooo, hello!" Oude mannen met een grauwe blik toveren die om naar een stralende glimlach en laten: "Xin Chao" horen. Ik groet iedereen en iedereen groet mij. Meer heb ik niet nodig. Kinderen fietsen met me mee en mensen onthalen me hartelijk in hun dorp. Zij die eerst met wat verstomming geslaan worden, roepen me na om toch nog hun mooie lach te tonen. Met andere woorden een reusachtige verbetering met China en het meest onbehulpzame volk ter wereld (ik probeer er nog een samenvatting over te schrijven).

Na een goede 120 km op en af kan ik me te rusten leggen bij een restaurant. Het werd een wat stille avond, maar ik probeer toch zeker om wat Vietnamees op te pikken. In tegenstelling tot het Chinees is dat tenminste realistisch om te leren.

Ik voelde me sterk en probeerde zo dicht mogelijk bij Hanoi te geraken. De lange etappe werd nog onderbroken door een spectaculair hanengevecht. Een 70-tal km voor Hanoi werd het relief uitgevlakt en was er niet veel te zien op de grote baan. Ik had reeds 150 km, maar had altijd al eens boven de 200 willen geraken en dacht "Just do It". Ik kon snel doorrijden al begon de maag zich al snel af te vragen waar ik in godsnaam mee bezig was. Na 210 km kwam ik in het centrum terecht. Ik had het adres en de wijk op een papiertje geschreven en na een lange zoektocht geraakte ik bij het jeugdhotel waar ik Adam terug ontmoette (fietser uit Nieuw-Zeeland, verbleef ook in Kunming). Uiteindelijk deed ik 220 km en verpulverde ik mijn vorige record van 175 km in Iran.

Hanoi lijkt me een pak interessanter dan de doorsnee Chinese stad dus ik blijf hier wel 2 dagen.

Wouter

 

   
Kunming - Jiangohuan 130 km
Jiangohuan - Jianshui 111 km
Jianshui - Zhao Man Ti 117 km
Zhao Man Ti - Lao Cai 140 km
Lao Cai - Luc Yen Bai 122 km
Luc Yen Bai - Hanoi 220 km

 

 

 

var addthis_config = {"data_track_clickback":true};