Indonesie deel 1: Kalimantan. Een moeilijk begaanbaar pad.

16-05-2012 01:07

Ik ontmoette Mario en Claudia, een Duits koppel, op de ferry en we konden de overnachting goedkoop houden door een kamer te delen. Bij het zoeken van een Engels-Indonesisch woordenboek maakte ik nog twee nieuwe vrienden en Wan nam me de volgende dag mee naar een Mangrove bos waar we de Proboscis apen konden bewonderen. Ik wou de hotelkamer niet alleen betalen (Mario en Caudia gingen naar het vaste land) en kon gelukkig bij de familie van Wan blijven. De ouders waren erg blij met mijn verblijf en hielpen al te graag om me een basis Indonesisch aan te leren. Dat laatse is wel noodzakelijk aangezien Indonesiers maar zelden Engels spreken.

Tegen de avond schaarde iedereen zich rond het heerlijk bereide eten dat op de grond op ons aan het wachten was. Voor mij werd er voor de eerste keer een derde gevoel aan toegevoegd. Na de smaak en de geur nu ook de tast. Het is wat wennen om met de handen te eten, maar eigenlijk is het veel leuker. Ik vraag me nu wel af hoe mama gaat reageren als ik thuis het bestek laat liggen...

Van Tarakan was het slechts een uurtje met de speedboat naar het vaste land en ik pikte ondertussen een basis Indonesisch op wat meteen op proef werd gesteld door de taxi-chauffeurs. Het hiking uit hitchhiking werd een hele tijd gebruikt om de taxis achter te laten en het kostte me later amper moeite om telkens een lift te vinden. De motorfietsen zijn niet meteen de meest comfortabele, maar veruit de plezantste. Vanuit de eerste grote stad, Tanjung Redep, was het dan weer een volledig ander verhaal. Het “hiken” dat nu verplicht was, was door de regen niet meer zo aangenaam, maar het leger bracht redding. Uiteindelijk maakte ik alles nog goed door een ritje te scoren met een pick-up van een bedrijf die terrein vrijmaakt voor plantages. Ik kon in hun barak blijven slapen en de twee vrouwen die er werkten waren blij dat ze naast de werkmannen ook eens voor een buitenlander konden zorgen. Het werd nog beter toen ik met hen mee kon naar de volgende plaats, Wahau. De weg door de jungle was voor trucks en auto’s een echte uitdaging. De pick-up was dus welkom.

De Dayak mensen zijn de oorspronkelijke inwoners van Kalimantan, maar hun dorpen zijn meestal moeilijk te bereiken. Doordat de wegen in Kalimantan in bedenkelijke staat –of zelfs niet bestaande- zijn is riviertransport veelgebruikt. Om een Dayak dorp te bereiken kan het wel 40 uur nemen met de boot.

Toen ik dan ook hoorde dat ik dichtbij Wahau de oorspronkelijke Dayak mensen kon zien, was ik aangenaam verrast. Wat rondvragen in het stadje bracht me naar het dorp van Miau Baru. Ik vroeg aan een gezin wat informatie over het dorp en over de Dayak mensen en werd meteen een slaapplaats aangeboden in hun huis. Later bleek dat de taxi-chauffeur aan wie ik in Wahau informatie had gevraagd de grootvader van het gezin te zijn.

De moeder had een tijd in Hong Kong en Singapore gewerkt en sprak dan ook een deftig woordje Engels. Ik had 1 missie: de Dayak mensen zien en van hun cultuur leren en daarna moest ik richting Balikpapan zien te geraken om de ferry naar het volgende eiland, Sulawesi, te halen.

Ik bleef er uiteindelijk een tijd plakken en werd beetje per beetje geaccepteerd en vriendelijker begroet. Het werd dan ook moeilijker om te vertrekken en elk excuus was goed om een dag langer te blijven. Ze leidden me rond het dorp op zoek naar de oudere generatie om een goed beeld op te nemen van de Dayak cultuur. Van jongs af aan hangen de vrouwen gewichtjes aan de oren en zo worden die uitgerekt. Ook hebben ze hun eigen manier van tatoeeren.

Een poging om met Engels te helpen in de vierde klas van de basisschool liep niet zoals gehoopt toen de lerares er mooi de kans inzag om een uitgebreide koffiepauze te nemen en terstond de klas verliet. Ze liet zelfs geen boek achter en daar stond ik dan met een 30-tal 10-jarigen die minder Engels spraken dan ik Indonesisch. Gelukkig had ik de moeder van het gezin bij me om wat te vertalen. Ze zaten al in het midden van het boek maar begrepen het eerste hoofdstuk van goede morgen tot nacht nog niet. Met enorm verlegen en passieve leerlingen was het dan ook moeilijk werken. Een blanke man voor de klas was iets nieuws en velen van de andere jaren wilden het dan ook meemaken. Toen ik hen vroeg om naar hun eigen klas te gaan, stonden een 10-tal leerlingen op die voor de gelegenheid een plaatsje hadden gescoord in de vierde klas. Het was zo snel duidelijk dat het onderwijsniveau hier niet veel soeps is. Als de leerlingen geen zin hebben om les te volgen spelen ze even een spelletje voetbal. De ongemotiveerde leerkrachten en het gebrek aan structuur doen de educatie alleszins geen goed.

Als teken van acceptatie kreeg ik een typische, handgemaakte Dayak halsketting die ik aan niemand anders mag geven. Zo zal ik altijd gezien worden als deel van hun leven en ondertussen was ik  tot “Jalung” gedoopt. Bij een bezoek aan de rest van de familie draaide de grootvader zich naar me om en zei het volgende: “Mijn naam is Suleiman. Jij bent Jalung Suleiman.” Wat een mooi gebaar.

Ik vertrok kort daarop en beloofde in contact te blijven. Het wrong wat dat ik hen niets terug kon geven en in het eerste stadje kocht ik dan ook een voetbal voor de jongens. Snel stond ik terug in het dorp tot grote verbazing van iedereen die dacht dat ze me in de nabije toekomst niet meer gingen zien. Na wat gespeeld te hebben met de zonen moest ik echt richting Balikpapan (hoofdstad Kalimantan) beginnen te bewegen. “Maar Jalung, in de Dayak cultuur kan je niet zomaar komen en gaan, zo werkt dat hier niet!” Ik bleef dus nog een dag...

Die avond namen ze me mee naar een ander dorp, omdat een familielid overleden was. Ik dacht tegen zonsondergang nog terug te zijn om het dagelijkse spelletje volleybal niet te missen, maar dat draaide volledig anders uit.

Met z’n vijftienen en twee zwijnen in de laadbak van een pick-up busje werd het een helse rit van wel 4 uur die menig achterwerk en rug een deuk zouden geven. Het kleinste zwijn mocht zichzelf gelukkig prijzen om na een uurtje in de benarde situatie de geest te geven. Het werd een speciale plaspauze toen ze het bloed ergens langs de weg lieten weglopen. Het tweede zwijn was echter een vechter en ik had er heel wat last mee om het op de grond te houden. Het deel van de achterbak werd door zijn kwijl gekenmerkt en de allergische reactie was niet welkom. Over de onverharde wegen door de palmolieplantages werd iedereen omgetoverd in een stofmannetje. De 70-jarige grootvader leek er nog het minste problemen mee te hebben.

Het welkomstcomite bestond uit een groep schreeuwende, huilende en rouwende vrienden en familie van de overledene. Niet echt opmunterend na zo’n rit. Het was een erg klein dorp dus iedereen was in rouw wat een erg moeilijke situatie creerde om me in te integreren. De man was overigens pas in de ochtend overleden en dat op 38-jarige leeftijd. Niemand zag het dan ook aankomen. Ik voelde me niet op mijn plaats, niet aanvaard en ik kon niet stoppen mezelf af te vragen wat ik er deed en waarom ze me in godsnaam zo ver in de jungle hadden gebracht, ver weg van alle beschaving, terwijl ik 2 dagen later de ferry moest nemen naar Sulawesi. Waren ze zo dom of wilden ze gewoon niet dat ik hen verliet. Ik geloof uiteraard graag dat laatste, maar dat neemt niet weg dat ik te laat mocht zijn in Palu, Sulawesi, want Maja en ik hadden er afgesproken om vandaar samen verder te reizen doorheen Indonesie.

Mijn rugzak stond nog in het eerste dorp, 200 km naar het noorden, terwijl ik 600 km naar het zuiden moest. Reusachtige afstanden in een eiland waar amper een asfaltbaan ligt.

Uren gingen voorbij al piekerend waarop ze gracieus het voorstel gaven om hun het denkwerk te laten doen. Hun denkwerk had me niet echt in de beste situatie opgeleverd, maar ik had geen optie dan er het beste van te maken. Soms als 8-jarig jochie die als een gek achter een voetbal rent in de middaghitte, soms als een jongeman die een woordje Indonesisch probeert op te pikken.

’s Avonds gingen we opnieuw naar de ceremonie (duurde 3 dagen) in het huis en de slaap en een onzekere maag vormden het in een geforceerd luisteren naar gebeden waar ik niet veel uit opmaakte. Ik werd dan ook al eens betrapt om de ogen niet te openen, zelfs als het gebed reeds beeindigd was. Ondertussen brak een grote storm uit en na de gebeden nam iedereen er dan ook het kaartspel bij. Ik probeerde het op te pikken, maar dat bleek onmogelijk. De sfeer was een pak minder gespannen. Mensen toverden opnieuw een lach tevoorschijn en met mijn basis Indonesisch bracht ik er een kruisverhoor voor de menigte goed vanaf. De meesten brachten er de nacht door. Ik trok een sprintje naar het huis om me voor de 2e nacht op de grond te installeren.

De volgende ochtend gebeurde opnieuw niet veel, maar ik had enkel die dag over om in Balikpapan (600 km verder) te geraken. Ik propte alles opnieuw in de rugzak en slaagde erin de volledige familie opnieuw bij elkaar te brengen. Na door iedereen van het dorp een behouden reis gewenst te zijn, was het tijd om van mijn familie afscheid te nemen. Ik oefende met Bin nog een laatste keer de woordjes Engels dat ik hem geleerd had en besefte hoe hard ik de jongens zou missen. Toen de moeder dan ook begon te wenen werd het een emotioneel zwaarbeladen afscheid dat volledig anders was als toen ik hen in het eerste dorp had verlaten. Waar ze eerder een deel van mijn reis waren, waren ze nu deel van mijn leven.

Ondanks de tijdsdruk was ik hardnekkig genoeg om te liften en niet de gemakkelijke optie te nemen van rechtstreekse taxi. Als ik toen had geweten wat ik nu weet, had ik zonder twijfelen die 20 euro, 600 km taxi genomen.

Aan de plaatselijke bevolking uitleggen wat liften is, wordt meestal teruggebracht tot “maak je geen zorgen”, wat op zich –door een linguistik gebrek- wordt teruggedrongen tot “geen probleem!”. De vader bracht me uit het dorp tot een ferry (die hij betaalde) en verzekerde me dat er aan de overkant mensen, en dus ook verkeer, waren. Niet dus! Het enige wat ik er aantrof waren apen die zich in het enige stuk regenwoud dat was overgebleven hadden teruggetrokken. Na een stevige wandeling kon ik een eind mee met een vader en zoontje op een motorfiets. Door de hevige regenval was de weg door de palmolievelden veranderd in een modderpad en het was dan ook snel duidelijk dat het een lange rit naar Balikpapan zou worden.

Ik wachtte een tijd aan een controlepost en kon met 30 anderen mee in de laadbak van een truck. De truck werd voor de gelegenheid meermaals omgetoverd in een ferry. Af en toe was de chauffeur niet zeker af hij het zou halen en dan mocht een vrijwilliger zijn schoenen uittrekken om het waterpeil af te tasten.

Ik geraakte na uren terug op de hoofdbaan die van noord naar zuid loopt, maar er was geen verkeer dat mij kon meenemen. Ik zat nu hopeloos achter op schema, maar door een 500 km taxi te nemen zou ik het moeten halen. Niet dus! De weg werd getypeerd door kleine stukjes asfalt die zonder aarzelen overgingen in kraters van putten die door de modder maar moeilijk ontweken of overwonnen werden. Al driftend, slippend en met een Olympische kalmte maakte de chauffeur zijn baan richting Balikpapan. Als het voor een kleine wagen al moeilijk was, wat moest dat dan zijn voor een vrachtwagen? Het werd al snel bewezen toen 2 exemplaren vast waren komen te zitten en de volledige weg versperden. Iedereen sliep in de taxi, maar ik vond een goede slaapplaats in een restaurantje. Normaalgezien hadden we om 7u 's ochtends in Balikpapan moeten zijn, maar dat werd 22u 's avonds. De rit had zo 27 uur geduurd en ik was 35 uur onderweg geweest. We konden op de grond van het taxibedrijfje slapen.

Ik kwam er dus pas toe op de dag dat ik in Sulawesi had moeten staan om Maja te ontmoetten en had haar nog niet kunnen laten weten dat ik later zou zijn. Later bleek dat ze er erg mee inzat of ik nog zou opdagen. Shame on me! 

Ik ging naar de luchthaven en kocht een ticket naar Palu voor diezelfde dag. Pas in de wachtzaal van de boarding room kon ik Maja op de hoogte stellen en we waren beiden gelukkig dat het toch nog goed uitdraaide.

 

Tijd om dit bericht af te ronden, Sulawesi is een volgend verhaal.

Wouter

 

Fotoalbum

 

var addthis_config = {"data_track_clickback":true};