En nu?

08-01-2013 22:52

 

Nieuwe avonturen passeerden reeds de revue en het plannen van volgende gaat als een kolkende rivier verder. Eén ding is zo goed als zeker: Afrika zal er een grote rol in hebben. Hoog tijd dus om een einde te schrijven aan Be Ride Back.

 

De terugkeer van Bali naar Kuala Lumpur verliep vlekkeloos waardoor ik nog een aantal dagen had om alles te regelen om naar Parijs te vliegen. Charlotte bleef gedurende de 3 maanden dat ik liftte braafjes in het guesthouse in Kuala Lumpur en ik was erg blij ze ongehavend terug te vinden. (Voor diegene die nu pas inpikken: Charlotte is mijn fiets!). Ze kreeg een opknapbeurt en werd in een doos gestoken.  Ik mocht 20 kg bagage inchecken en 7 kg op het vliegtuig nemen als handbagage. Aangezien ik al heel wat bagage had meegegeven met Maja kon dat geen probleem zijn (wordt vervolgd).

Daarnaast trok ik nog vaak op met Azli, een Maleisische vriend en fotograaf, om mijn portfolio klaar te stomen. Het stond immers vast: ik zou proberen om binnen te geraken in de School of Arts te Gent, afstudeerrichting fotografie.

Ik was ruimschoots op tijd in de luchthaven, iets wat zijn nut zou bewijzen. Zoals vermeld mocht ik 20+7 kg meenemen. Ik dacht dat m’n fiets om en bij de 15kg woog, maar dat bleek (met doos) er 20 te zijn. Zo had ik 8 kg overgewicht en aan €50/kg was dat een dure grap (het vliegtuigticket kostte immers €485). Ik begon echter een korte smeekbede (dat ik dat onmogelijk kon betalen, nog maar 18 en student was, dat ik een jaar van huis was weggeweest en dat ik echt mijn fiets nodig had om thuis te geraken). De man achter de balie keek naar zijn collega, overlegde even en stelde prompt voor dat ik dan maar 2 tassen handbagage van elk 7 kg mocht meenemen op het vliegtuig!  Probleem opgelost, beste deal van mijn reis en even €400 bespaard.

Ik vertrok om middernacht om 14 uur later in Parijs toe te komen. De 7 tijdzones die ik doorkruiste betekenden 7uur extra slaap, iets wat erg op prijs werd gesteld aangezien ik er direct in zou vliegen. Op het vliegtuig zat ik naast een Australische fotograaf die naar Frankrijk ging om de Tour in beeld te brengen. Ook hij bekeek m’n portfolio en gaf me opnieuw extra vertrouwen.

Eenmaal aangekomen in Parijs rolde Charlotte al snel van de bagageband. Na het verwijderen van de meters plakband en andere middelen die haar ongeschonden terug op Westerse bodem kregen, was het tijd om de laatste etappe van Be Ride Back in te luiden.

Ik reed uit goede gewoonte aan de linkerkant van de weg (zoals in Thailand, Maleisië en Indonesië) de luchthaven uit en nam vervolgens onbewust de oprit van de autostrade naar Lille. De vangrails deden al een belletje rinkelen en ik wachtte even om mijn gedachten op een rijtje te zetten. “Dus, ik ben in Europa, deze baan heeft wel erg veel weg van een autostrade, mag ik hier fietsen?” In tegenstelling tot Turkije, Iran en China was dat hier niet aan te raden dus keerde ik wijselijk op m’n stappen terug.

Een kaart had ik niet, maar ik wist grofweg wel dat ik via Cambrai, Compiègne, Saint-Quentin en Doornik in Brugge zou geraken. Eenmaal ik in de juist richting werd gestuurd, vlotte het goed en tegen 18u stonden er 150 km op de teller. Het was erg bewolkt en donker en –in de overtuiging dat het omstreeks 18u pikkedonker is- zocht ik snel een slaapplaats. Dat werd een plaatsje onder een groot afdak bij een manege. De storm bleek echter een pak heviger dan verwacht en slechts een klein stukje van het dak bleek er tegen bestand. Zo bracht ik de voorlaatste nacht van Be Ride Back ergens in een hoekje op de grond door. Toch wist ik dat ik dit elementair leven zou missen. Omstreeks 21u30 kwam de zon er opnieuw door en verschoot ik me een bult. In Zuid-Oost Azië was het dan ook telkens rond 18u donker. Het was duidelijk dat de razendsnelle terugkeer (14uur t.o.v. 9 maanden) als onnatuurlijk werd ervaren en dat het even duurde om aan te passen. Zo had ik tijdens de “heenreis” ook nooit een cultuurschok te verwerken, omdat ik telkens ruimschoots de tijd had om een cultuur op te nemen. Vive le vélo!

Met nog eens  180 km de volgende dag kwam ik terug op Vlaamse bodem. Uiteraard niet zonder eerst te stoppen aan het eerste de beste frietkot. Heerlijk was dat! Tijdens de verorbering ook nog even thuis gebeld. Beide partijen verschoten ervan dat de tijd zo snel was gegaan en dat we bijna opnieuw verenigd waren.

Het was al redelijk donker toen ik Oudenaarde uitreed met 180 km in de benen. Het eerste grote verschil met de Westerse en Oosterse wereld viel me op:  hier was alles zo gesloten. Ik vond het erg moeilijk om aan de hand van het huis een indruk op te doen van de mensen die er woonden. Terwijl ik in de Oosterse wereld heel erg goed aanvoelde waar ik een slaapplaats kon verzilveren aan de hand van positieve elementen zoals een verzorgd domein, openheid (geen grote omheining of poort), kinderen of speelgoed, een vriendelijke groet,...

Plots was er een uitzondering op de regel in de met villa’s bezaaide weg: een huis met een groot voorraam. Dit was voor mij het teken dat de inwoners open mensen waren en het was het proberen waard. Zoals altijd met de “wie niet waagt, niet wint” ingesteldheid aangebeld en ik werd fantastisch onthaald! Ik kreeg een kamer groter dan m’n eigen en kon een zalige douche nemen. Het belangrijkste was echter dat ik ook op eigen bodem gastvrijheid kon ervaren.

Dan was het een grote dag voor me: thuiskomst. Na een jaar rondtrekken zou ik iedereen die ik bemin en alles wat ik ken, terugzien. Een dag waar ik vaak aan dacht toen ik onderweg was. Hoe zou het zijn? Zou het emotioneel zijn? Wie zou er me allemaal staan opwachten? Zou ik in een zwart gat vallen?

Er valt veel te omschrijven, maar ik denk dat het algemene en belangrijkste gevoel opluchting was. Opgelucht dat ik het er heelhuids vanaf gebracht had, opgelucht dat m’n vrienden en familie er nog voor me waren, opgelucht dat mama heerlijk eten voorzien had.

Ik kreeg vaak te horen dat het erg raar zou zijn om terug thuis te zijn, dat het heel erg vreemd en misschien wat saai zou aanvoelen. Uiteindelijk was ik echter verbaasd hoe snel ik gewoontes terug opnam, hoe alles zo vertrouwd aanvoelde, maar ik realiseerde me algauw dat ik dit leven reeds 18 jaar gekend had en dat het dan ook niet zo verwonderlijk was dat ik er zo terug in rolde.

 

Ik bereidde me in allerijl voor op het ingangsexamen voor fotografie. M’n portfolio bestond uit een 45-tal foto’s en was erg divers: van de Turkmeense woestijn tot een koppel uit Wingene.

Het theoretische deel toetste naar de kennis van de actualiteit van het laatste jaar. Ik dacht van compleet te falen, maar m’n reis had me ook namen als Ai WeiWei en Aung San Suu Kyi meegegeven. Ik verloor er dus niet al te veel punten op, alhoewel dat ik tijdens m’ n jaar amper de actualiteit had kunnen volgen. Hetgeen ik hier en daar had meegepikt kon ik aan de plaats linken en zo ook een datum bijplakken.

Deel 2 bestond uit een motivatiegesprek waarbij het portfolio werd voorgelegd. Een half uurtje zweten later had ik geen flauw idee of ik zou toegelaten worden.  De volgende dag was de kogel door de kerk: Wouter Cocquyt: geslaagd!

 

In de rest van juli “hostte ” ik heel wat reizigers via couchsurfing.org en in augustus deed ik veel ervaring op door 3 weken bij Avventura te werken.

In september stond er dan een nieuw avontuurtje voor de deur: een maand fietsen doorheen het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Heerlijk was dat. Het was opnieuw zo’n tocht dat door het toeval gedragen werd. Vooral Ierland kon me bekoren. Wondermooi en ongelooflijk gastvrij: ik kampeerde er slechts 2-maal.

Ondertussen zit het eerste semester er op. De richting ligt me echt wel en ik vind het fantastisch dat ik tijdens een studie als persoon nog steeds kan groeien. Als fotograaf is men verplicht contact te zoeken met mensen en van elke ontmoeting pik ik nu eenmaal iets mee. M.a.w ik hou ervan om te vinden wat ik eigenlijk niet zoek (via Silke Bomberna). Volgend beeld kan dat wat beter duiden.

Wat van m’n werk uit het eerste semester valt hier te zien 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eind december greep ik dan opnieuw de kans om er op uit te trekken: ik fietste richting Praag. De zachte winter maakte er een aangename tocht van en als het al eens koud was bleken de Duitsers bijzonder gastvrij en kon ik me opwarmen. Na 10 dagen bereikte ik door de combinatie van 850 km fietsen en wat treinen Praag. Ik had echter het gevoel dat ik nog heel wat weken had kunnen verder doen. Het fietsreisvirus heeft me voorgoed te pakken en ik ben ervan overtuigd dat de wereld er ooit aan zal moeten geloven. Nieuwe horizonten lonken steeds.

 

Het belangrijkste inzicht dat ik had tijdens de reis was het volgende:

 Droom je leven niet, leef je dromen.

Overigens klopt de titel bij het fotoalbum (quit life for a moment - Prague) niet volledig: het reizen geldt voor mij niet als het leven ontlopen, het is mijn leven.

 

Wouter Cocquyt

 

Wat volgt:

Fotopresentaties op 16 en 17 februari op de Fiets- en wandelbeurs te Mechelen

Fotopresentatie op 24 februari op de Reismarkt 2013 te Brugge

    Ook te volgen op: https://www.facebook.com/Reismarkt

 

Nieuwe website is in de maak en zal hier meegedeeld worden.

 

var addthis_config = {"data_track_clickback":true};