Al liftend rond Maleisie

02-04-2012 00:59

 

Charlotte werd in de hoek geplaatst, ik had me ondertussen een rugzak en stapschoenen aangeschaft, en al liftend wou ik naar het oudste regenwoud te wereld, het Taman Negara (130 millioen jaar oud), gaan. Dat draaide wat anders uit aangezien niemand die richting uitging. Iemand bood me echter een lift aan naar de Cameron Highlands, 4 uur rijden daar vandaan. Dat klonk goed en vanuit de laadbak van een pick-up kon ik nog steeds genieten van het landschap. In een oogknip gooide ik het plan dus om en dat vind ik het mooie van alleen te reizen. Ze kochten me allerlei lekkers wat ik zeker moest proberen en eenmaal in de Cameron highlands regelden ze een plaats in de slaapzaal voor me.

Vele reizigers zakken af naar de Highlands voor het koele klimaat om zo de drukkende warmte in de rest van het land te ontvluchten. Ik bleef er een dag en vatte dan het plan op om verder al liftend een rondje rond schiereiland Maleisie te maken. De eigenaars van de guesthouse vertelden me dat het onmogelijk was, maar ik zou tenminste proberen om hun ongelijk te bewijzen. Ik had waarschijnlijk enorm veel geluk, maar vond een rit die helemaal van de westkust naar de oostkust ging. Dat laatste is volledig anders dan zijn westerse variant en is 1 onafgebroken, toeristenloos strand. Ik wandelde er een uur en liftte dan verder. Een Chinese man betaalde me avondeten en hielp me verder. Het warmere weer en een democratische regering heeft het ras duidelijk goed gedaan.

Een vrachtwagen reed helemaal naar KL, maar het liften was zo vlot gegaan dat ik nog tijd had om een trektocht te doen in Taman Negara nationaal park. De chauffeur was echter zo moe dat een kleine pauze uitaarde in een urenlange slaap. Ik sluipte uit de vrachtwagen en sliep ergens op de grond achter het toilet.

Dan op naar Taman Negara. Ik werd opgepikt door twee Indische Maleisiers en leerde veel over het Hinduisme. We zagen nog een vrouwelijk zwarte cobra de baan over steken.

Ik zorgde ervoor dat ik voldoende voorzieningen bij me had voor een 2 dagen/2nachten trekking en trok de jungle in. Ik was nog niet goed begonnen toen een grote hagedis zich zonder problemen liet fotograferen (meestal schieten ze weg eer je je camera bovenhebt).

Na 3 km wachtte me een eerste uitdaging: het oversteken van de rivier die het nationaal park in tweeen deelt. De Ranger vertelde me dat ik dit te voet moest doen en had me verder geen uitleg gegeven. De schoenen mochten uiteraard niet nat worden en zo was het moeilijk om een goede grip te krijgen op de gladde stenen. Stukje per stukje maakte ik mijn weg naar de overkant, maar in het midden van de rivier was de stroming veel sneller. Scherpe steentjes sneden in mijn voeten en het onvermijdelijke gebeurde: ik viel in het water. Proberend de bovenkant van de rugzak met de camere boven water te houden vind ik na een tijd mijn evenwicht terug, maar ik begin nu echt moe te worden. Kletsnat probeer ik met handen en voeten voldoende grip te hebben en voetje per voetje gaat het verder. Het lukt me niet en ik word duidelijk gemaakt dat ik hier niet de baas ben. Ik schreew het uit van de pijn aan mijn voeten en handen en van de frustratie dat ik vast ben komen te zitten in een rivier en niet genoeg kracht heb om me erdoor te krijgen. Veel anders dan maar proberen kon ik niet doen, maar de rivier eist de alfa positie op en sleurt me een 20-tal m mee in zijn meedogenloze stroming. Ik kon niet geloven wat er gebeurde en vond het even eng dat ik geen houtvast vond op een rots. De rugzak probeert me het water in te duwen en met veel geschreew geraak ik aan de overkant. Volgende keer toch maar de schoenen aanlaten en een stok gebruiken, al vond ik toch dat de Ranger niet echt verantwoord advies had gegeven. Voor de duidelijkheid: levensgevaar was er nooit aangezien de rivier ongeveer een meter diep was en ik onfortuinlijk in een stroomversnelling terecht gekomen was waar ik geen houtvast meer vond. Gelukkig overleefde de camera het. De ambitie om nog verder te gaan was meteen verdwenen toen mijn ogen zodanig moe waren om nog veel details te zien. Aangezien het pad aan deze kant van de rivier veel minder bewandeld was, lagen er veel bladeren en dergelijke op. Ik vreesde dan ook om slangen niet te zien en was opgelucht toen ik in een hut dichtbij kon overnachten. Drie bloedzuigers hadden hun weg gevonden naar mijn benen en hadden zich al goed tegoed gedaan. De volgende dag zou ik dan ook een lange broek moeten dragen.

Dichtbij de hut zag ik enorm veel sporen van allerlei hoefachtigen. In de hut waren er afbeeldingen van tijgers, olifanten, beren, wilde zwijnen en vele onbekende hoefachtigen. Mocht ik die spotten, zou ik me wel de gelukkigste man ter wereld noemen.

Zonder zaklamp zag ik niets en alle onbekende junglegeluiden waren intimiderend genoeg om me in de hut te houden. Een rat (?) kwam dan maar naar mij toe om het brood te pikken en een stuk op te eten.

Ik was nog geen 5 minuten weg toen een groot beest zich met een luid, hol hoefgetrappel uit de voeten maakte. Geen flauw idee wat het was, maar het deed me me denken aan een paard.

Voetsporen van mensen zag ik niet, maar van dieren des te meer. Best spannend... Door de vele bloedzuigers (elke 20 minuten zou ik even stoppen om er een hoop te verwijderen) korte ik de tocht in. Een goede keuze, want ik zou een erg spectaculaire zwart-blauwe slang van ongeveer 2.5 m te zien krijgen.

Het dier lag te slapen met zijn kop onder een blad en bewoog geen vin toen ik passeerde. Na wat foto’s genomen te hebben, wou ik toch eens weten of het beest wel leefde en ik goot er een klein beetje water op. Het bewoog wat. Toen ik dan echter erlangs wou lopen, voelde het beest zich geintimideerd en maakte dat in een snelle opspringende beweging duidelijk waarbij het op een metertje passeerde. Later deed ik wat opzoekwerk en dat opende mijn ogen wel dat ik voorzichtiger moest zijn. “De blauwe Maleisische koraalslang is een prachtige, maar hoogst giftige slang. Indien gebeten, kan het neurotoxische gif de dood veroorzaken”. Slik. Dommerik! Het werd zo een spoedcursus in het wandelen in nationale parken en de volgende keer zorg ik ervoor dat ik in groep of met gids ben. 

Grote honger, extreme vuilheid en de wondjes van bloedzuigers zorgden ervoor dat ik me eenmaal terug in het dorpje niet zo goed voelde. Ik wandelde naar enkele chalets die te huur waren, zag er niemand en nam er dan gewoon een pauze. Toen ik echter terug wou vertrekken, zag ik een sleutel en zo kon ik de beste douche ooit nemen. Alles proper achterlaten, sleutel terughangen en met nieuwe moed al liftend richting Kuala Lumpur. 

Veel verkeer was er niet dus nam ik uiteindelijk een bus tot op de grote baan naar Kuala Lumper. Van daar had ik veel geluk om met een wagen van Nestle mee te kunnen richting KL. De behulpzame, jonge Chinese chauffeur bracht me tot op een paar minuten wandelen van het guesthouse.

Ik ontmoette Azli Jamil, de Maleisische fotograaf, er opnieuw en hij hielp me onder andere een doos te vinden om Charlotte 3 maand in op te bergen. Vincent et Nathalie, het Franse koppel, maakten een aller et retour van KL naar Singapore en zo zat ik zeker niet alleen.

Op 27 maart vloog ik dan naar Kuching, Sarawak provincie, Maleisisch deel van Borneo.

Wouter

Fotoalbum

 

 

 

var addthis_config = {"data_track_clickback":true};